In het nieuws lijkt het soms alsof de wereld slechts twee brandhaarden kent. De oorlog in Oekraïne en het conflict in Gaza domineren de krantenkoppen, talkshows en sociale media. Maar achter dat dagelijkse journaal vol tanks, drones en diplomatieke vergaderingen schuilt een bredere werkelijkheid. Over de hele wereld woeden tientallen oorlogen die minder zichtbaar zijn, maar even verwoestend. Conflicten die al jaren of zelfs decennia duren, waarbij miljoenen mensen ontheemd raken en nauwelijks iemand kijkt.

Neem Soedan, waar sinds april 2023 een burgeroorlog woedt tussen het regeringsleger en de paramilitaire groep RSF. Wat begon als een machtsstrijd tussen twee generaals veranderde in een nationale ramp. Steden als Khartoem liggen in puin, ziekenhuizen zijn geplunderd en honderdduizenden mensen sloegen op de vlucht naar buurlanden. De strijd wordt verergerd door etnische spanningen en internationale belangen. Landen in de regio steunen elk hun eigen facties en de VN spreekt van een van de ergste humanitaire crises van dit moment. Toch haalt Soedan zelden de voorpagina’s.

Ook in de Democratische Republiek Congo woedt al jaren een conflict dat miljoenen levens heeft geëist. In het oosten van het land strijden het Congolese leger, lokale milities en de M23-rebellenbeweging om grondstoffen en territorium. Achter deze strijd gaat een web van belangen schuil. Goud, kobalt en coltan maken de regio economisch waardevol, maar ook kwetsbaar voor uitbuiting. Buurland Rwanda wordt beschuldigd van steun aan rebellen, terwijl de Congolese staat te zwak is om controle te houden. Het resultaat is een aanhoudende oorlog die al sinds de jaren negentig in golven terugkeert.

In Myanmar probeert de militaire junta sinds de coup van 2021 de macht te behouden. Gewapende etnische groepen verzetten zich, en burgerbewegingen zijn uitgegroeid tot milities. Dorp na dorp is verwoest, honderdduizenden mensen zijn ontheemd en de economie ligt in puin. Toch blijft de internationale aandacht beperkt tot sporadische rapporten. De oorlog wordt complex gevonden en er is geen duidelijk goed of kwaad te onderscheiden, waardoor het verhaal moeilijk te verkopen is aan het grote publiek.

Een vergelijkbaar stil conflict speelt in Jemen, waar al bijna tien jaar een burgeroorlog gaande is. De strijd tussen de Houthi-rebellen en de door Saudi-Arabië gesteunde regering leidde tot een van de ergste humanitaire rampen ter wereld. Hongersnood, cholera en vernietigde infrastructuur troffen miljoenen mensen. Hoewel er nu een fragiele wapenstilstand geldt, is vrede nog ver weg. De oorlog in Jemen is te complex, te ver weg en te ongemakkelijk omdat veel westerse landen via wapenhandel indirect betrokken zijn.

In de Sahel, het uitgestrekte gebied tussen de Sahara en Centraal-Afrika, heerst een mozaïek van oorlogen. Mali, Burkina Faso, Niger en Tsjaad kampen met jihadistische groepen, staatsgrepen en etnische conflicten. Franse troepen vertrokken, Russische huurlingen van Wagner namen hun plaats in en de situatie is alleen maar instabieler geworden. Het is een conflict dat nauwelijks meer te volgen is omdat grenzen, regeringen en milities voortdurend verschuiven. De slachtoffers vallen onder boeren, kinderen en dorpen die langzaam verdwijnen van de kaart.

Waarom krijgen al deze oorlogen zo weinig aandacht. Het antwoord ligt deels in geopolitiek en deels in mediamechanismen. De oorlog in Oekraïne raakt direct aan Europa en dus aan de veiligheid van westerse landen. Gaza speelt zich af in een regio die politiek en religieus nauw verbonden is met het Westen. Soedan, Congo of Myanmar lijken ver weg, economisch minder relevant en moeilijk in één zin uit te leggen. Journalisten kunnen er vaak niet veilig werken, internationale nieuwszenders hebben er geen vaste correspondenten en redacties weten dat het publiek weinig tijd heeft voor complexe verhalen zonder duidelijke held of schurk.

Daarnaast speelt er iets fundamenteels in hoe de westerse wereld nieuws waardeert. Oorlogen die de wereldorde direct raken krijgen prioriteit. Oorlogen die vooral arme landen treffen worden gezien als regionaal, terwijl ze in werkelijkheid gevolgen hebben voor migratie, grondstoffenvoorziening en stabiliteit in grote delen van de wereld. De concentratie van mediabelangstelling is dus niet alleen een kwestie van afstand, maar ook van belangen.

Toch duren juist deze vergeten oorlogen het langst. In Soedan is het geweld een voortzetting van decennia aan spanningen tussen noord en zuid. In Congo is het een erfenis van de koloniale grenzen die door westerse machten werden getrokken zonder rekening te houden met volkeren en stammen. In Myanmar zijn het oude etnische tegenstellingen die nooit zijn opgelost. En in de Sahel is het een samenloop van klimaatverandering, armoede en politieke zwakte. Achter elk conflict schuilt een keten van oorzaken die teruggaan tot ver voor de eerste schoten.

Wat er nodig is om dit te stoppen, is veel meer dan een vredesakkoord of sancties. De meeste van deze oorlogen draaien niet alleen om macht, maar ook om overleven. Ze worden gevoed door armoede, klimaatverandering en ongelijkheid. In Congo en Soedan zijn grondstoffen tegelijkertijd een vloek en een zegen. Ze bieden rijkdom voor enkelen en ellende voor velen. Zolang de internationale markt deze grondstoffen blijft kopen zonder controle over de herkomst, blijven lokale milities een reden hebben om te vechten. In de Sahel versterkt droogte het conflict, omdat boeren en herders elkaar bevechten om schaarse grond en water.

Internationale aandacht kan helpen, maar alleen als die gepaard gaat met langetermijnsteun. Niet alleen noodhulp, maar ook investeringen in bestuur, onderwijs en infrastructuur. Te vaak verdwijnen landen van de radar zodra het acute geweld even afneemt, waardoor oude patronen zich herhalen. De VN en Afrikaanse Unie spelen een rol, maar hun mandaten zijn beperkt en afhankelijk van westerse financiering. Zonder politieke wil in de grote hoofdsteden van de wereld blijven de brandhaarden smeulen.

De vraag waarom sommige oorlogen aandacht krijgen en andere niet, zegt uiteindelijk meer over ons dan over de conflicten zelf. De beelden uit Oekraïne en Gaza passen in het wereldbeeld van veel westerse kijkers. Ze zijn zichtbaar, herkenbaar, direct. De oorlogen in Afrika of Azië zijn diffuser, complexer en confronteren ons met het ongemak dat we er indirect aan bijdragen door onze consumptie of politieke keuzes.

Toch verdienen ook die vergeten oorlogen aandacht. Niet alleen omdat elk mensenleven telt, maar ook omdat instabiliteit zich niet laat begrenzen. Vluchtelingenstromen, terreur en economische schokken trekken altijd verder dan de landsgrenzen waar ze ontstaan. De wereld is te klein geworden om oorlogen te negeren.

Zolang media en politiek vooral kijken naar waar de camera het makkelijkst komt, blijven de onzichtbare oorlogen voortduren in stilte. Het is tijd dat de wereld begrijpt dat vrede niet selectief kan zijn. Wie zwijgt over Soedan of Congo, maar schreeuwt over Oekraïne of Gaza, meet met twee maten. En zolang dat gebeurt, zullen er plekken zijn waar de wapens nooit zwijgen, omdat niemand luistert.