Er zijn van die landen waar de geschiedenis zich niet in hoofdstukken ontvouwt maar in cirkels. Venezuela is er zo een. Een land dat ooit tot de rijkste van Latijns Amerika behoorde en nu symbool staat voor de val van een petro-staat die ten onder ging aan zijn eigen overvloed. Waar olie ooit de toekomst beloofde, werd het de ketting die het land vasthoudt aan corruptie, sancties en wanbeleid. En tussen al die chaos speelt zich een geopolitiek schouwspel af waarin ook Nederland ongewild een figurant is, want de Caribische eilanden liggen dichter bij Caracas dan bij Amsterdam.

De kern van de huidige spanningen tussen Venezuela en de Verenigde Staten is niet ideologie maar grondstof. De olievoorraad van Venezuela is immens, groter dan die van Saudi-Arabië volgens sommige berekeningen, maar het land kan nauwelijks pompen. De infrastructuur is verouderd, buitenlandse bedrijven zijn verjaagd en door sancties kunnen onderdelen en technologie nauwelijks het land binnen. Toen de Amerikaanse regering enkele jaren geleden de sancties tijdelijk versoepelde, kregen bedrijven als Chevron weer toestemming om beperkte productie op te starten. Dat gaf hoop op herstel, maar maakte Venezuela tegelijk opnieuw afhankelijk van Amerika. Zodra Washington de duimschroeven aandraait, stokt de productie en begint de economie opnieuw te slinken.

De Venezolaanse president Nicolás Maduro weet dat en speelt sindsdien een dubbel spel. Aan de ene kant flirt hij met Moskou en Peking, aan de andere kant wil hij Washington niet zover van zich vervreemden dat de oliekraan definitief dichtgaat. Rusland ziet in Venezuela een handig schaakstuk in de achtertuin van de VS, een echo van de Koude Oorlog. Het stationeert er militaire adviseurs en biedt kredieten in ruil voor politieke steun. Voor Amerika is dat onacceptabel en het antwoord volgt via sancties, diplomatie en militaire aanwezigheid in de regio.

De nabijheid van Nederland maakt het spannender dan we ons realiseren. Aruba, Curaçao en Bonaire liggen op minder dan honderd kilometer van de Venezolaanse kust. Ze fungeren als logistiek knooppunt voor internationale oliehandel en voor Amerikaanse veiligheidsoperaties in de Cariben. Vanuit Curaçao vertrekt maritieme surveillance die onder meer drugssmokkel monitort maar in Caracas wordt gezien als spionage. Voor Nederland is dat vooral een zaak van internationale samenwerking, voor Venezuela een bedreiging van de soevereiniteit. Die perceptie maakt de eilanden tot pionnen in een spel dat ze niet zelf hebben gekozen.

De recente toename van spanningen begon toen Venezuela opnieuw aanspraak maakte op het olierijke gebied Essequibo in buurland Guyana. ExxonMobil heeft daar enorme velden aangeboord, goed voor miljarden aan inkomsten. Maduro noemt het gebied historisch Venezolaans en probeert via een referendum nationale trots te mobiliseren. Washington reageert met diplomatieke druk en militaire oefeningen samen met Guyana. Voor Europa lijkt dat een ver-van-mijn-bed-show, maar Den Haag weet beter. De Caribische eilanden liggen binnen dezelfde veiligheidszone. Een conflict tussen Caracas en Georgetown zou migratiestromen, maritieme spanningen en economische ontwrichting in gang kunnen zetten die direct voelbaar zijn binnen het Koninkrijk.

Nederlandse belangen in de regio zijn historisch dieper dan we soms willen erkennen. Shell speelde in de twintigste eeuw een sleutelrol in de oliesector van de regio. De raffinaderij op Curaçao, gebouwd in 1918, was decennialang een van de grootste in de wereld en verwerkte Venezolaanse ruwe olie voor de internationale markt. Die periode bracht welvaart maar ook afhankelijkheid. Toen Shell zich terugtrok, bleef een kwetsbare economie achter. Vandaag herhaalt de geschiedenis zich in een nieuwe vorm: waar toen de olietankers lagen, varen nu Amerikaanse patrouilleschepen.

Toch is Venezuela geen directe militaire dreiging voor Nederland. Het leger is verwaarloosd en economisch uitgeput. Maar onvoorspelbaarheid is het echte gevaar. In regimes die onder druk staan kan een klein incident — een grensschending, een vluchtelingenstroom, een schermutseling op zee — snel uitgroeien tot een diplomatieke crisis. En waar grootmachten botsen, vallen de kleine staten in de schaduw van hun belangen.

De bredere context is dat Latijns-Amerika opnieuw wordt gepolariseerd. Links-populistische regeringen zoeken steun bij China en Rusland, terwijl conservatieve en liberale staten zich richting Washington bewegen. Venezuela blijft daarin de weeffout in het continent, een land dat ooit rijkdom symboliseerde en nu de armoede van slecht bestuur toont. En de ironie is dat olie, het zwarte goud dat ooit de weg naar moderniteit was, nu symbool is geworden voor stagnatie.

Voor Nederland betekent het vooral alert blijven. Niet omdat er tanks op Curaçao zullen landen, maar omdat de regio waarin onze eilanden liggen opnieuw een speelveld van grootmachten wordt. Wie denkt dat geopolitiek alleen iets is voor verre hoofdsteden, hoeft maar naar de kaart te kijken. Daar, tussen de lijnen van de Caribische Zee, ligt een koninkrijk dat deelneemt aan een wereldspel dat groter is dan zijn oppervlak doet vermoeden.