De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie bevindt zich in een impasse die niet langer houdbaar is. Sinds de verkiezingen probeert Dilan Yeşilgöz het beeld van een krachtige liberale partij overeind te houden, maar in de praktijk heeft ze zichzelf in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd. Ze weigert samen te werken met de PVV, houdt vast aan het idee van een rechts kabinet en schuift echte beslissingen vooruit in de hoop op politieke wind mee richting de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Maar die strategie is doorzichtig en gevaarlijk voor een partij die ooit synoniem stond aan leiderschap en realisme.
Het tijdrekken werkt als een sluipend gif. Elke maand zonder zicht op een coalitie tast het vertrouwen van kiezers en leden verder aan. Het liberale midden, dat juist stabiliteit en bestuurlijke verantwoordelijkheid waardeert, ziet de VVD verworden tot een partij die vooral bezig is met tactiek in plaats van inhoud. In talkshows en opiniepagina’s duikt steeds vaker de vraag op of de VVD nog wel weet waar ze voor staat. De kiezers die ooit voor Rutte stemden vanwege zijn pragmatisme herkennen hun partij niet meer terug in het strategische doolhof van Yeşilgöz.
Daarbij komt dat de speelruimte voor een rechts kabinet in feite niet meer bestaat. De PVV is uitgesloten, en dat is principieel verdedigbaar, maar wat resteert, is politiek onwerkbaar. BBB en JA21 zijn te klein om een stabiele meerderheid te vormen, en bovendien ideologisch versnipperd. Binnen JA21 broeit onrust, fractieleden dreigen af te splitsen en de partij is verdeeld over klimaat, migratie en Europa. Zelfs als een kabinet met BBB en JA21 numeriek haalbaar zou zijn, zou het binnen enkele maanden desintegreren. Het CDA kan onmogelijk aanschuiven na een campagne die juist draaide om fatsoen en bestuurlijke stabiliteit. D66 vormt inhoudelijk de enige mogelijke brug, maar die brug is afgesloten zolang Yeşilgöz vasthoudt aan een rechts blok dat in werkelijkheid niet bestaat.
De situatie wordt nog problematischer door het imago van JA21 zelf. De partij profileert zich als redelijk alternatief rechts van de VVD, maar dat beeld vertroebelt snel door de aanwezigheid van Annabel Nanninga, die een lange geschiedenis heeft van complotdenken en polariserende uitspraken. Voor een partij die haar liberale waarden wil bewaren, is samenwerking met zo’n bondgenoot politiek en moreel onhoudbaar.
Het gevolg is dat Yeşilgöz niet alleen de partij maar ook zichzelf klem heeft gezet. Door de deur naar de PVV dicht te houden, maar tegelijk de deur naar het midden niet te willen openen, blijft ze in niemandsland staan. Binnen de VVD begint het besef door te dringen dat dit niet houdbaar is. Het idee om de tijd te rekken tot maart is een illusie. Gemeenteraadsverkiezingen gaan niet over nationaal leiderschap en zullen het strategisch falen niet verhullen. Sterker nog, een slechte uitslag zou het begin van het einde betekenen voor haar positie.
Wat de partij nu nodig heeft, is niet nog meer tijd, maar een herstart. Een terugkeer naar de liberale nuchterheid waarmee de VVD groot is geworden. Die stap vraagt om nieuw leiderschap. Vincent Karremans, de populaire Rotterdamse wethouder, wordt in en buiten de partij gezien als het gezicht van de nieuwe generatie liberalen: praktisch, optimistisch en niet bang om met andere partijen samen te werken als dat nodig is voor bestuur. Hij belichaamt de energie die de VVD nu mist.
Yeşilgöz heeft het lef gehad om de partij te leiden in een moeilijke tijd, maar haar strategie is uitgewerkt. Waar Rutte pragmatisch laveerde tussen ideologie en realiteit, klampt Yeşilgöz zich vast aan een politieke wiskunde die niet meer opgaat. Ze verliest terrein bij de middenkiezers, raakt het vertrouwen kwijt bij de achterban en riskeert dat de VVD in de oppositie belandt zonder duidelijke richting.
Het zou Yeşilgöz sieren als ze nu de regie pakt over haar eigen vertrek, in plaats van te wachten tot de partij dat voor haar doet. Door plaats te maken voor nieuw leiderschap kan ze de partij redden van verdere afbrokkeling. De VVD heeft altijd gestaan voor verantwoordelijkheid nemen, ook als dat ongemakkelijk is. Het moment om dat te doen is nu.
Yeşilgöz kan met opgeheven hoofd terugkijken op haar inzet, maar de toekomst van de VVD ligt niet in stilstand of uitstel. Het ligt bij iemand die opnieuw durft te leiden, durft te verbinden en durft te kiezen. Tijdrekken is geen strategie meer. Tijd voor vernieuwing wel.
