De man die ooit het politieke landschap opschudde met scherpe oneliners, felle debatten en een schijnbaar oneindige strijd tegen wat hij de gevestigde orde noemde, lijkt nu zelf het gezicht te zijn geworden van precies datgene waartegen hij vocht. Wie vandaag nog op Wilders stemt, stemt op een man die zijn eigen idealen heeft uitgeput en zijn politieke houdbaarheidsdatum voorbij is. Het idee dat een stem op hem nog iets kan veranderen in Nederland is inmiddels een illusie geworden.
De val van het kabinet Schoof in juni 2025 was niet het gevolg van tegenwerking of sabotage, maar van onvermogen. Wilders trok zijn partij terug uit de coalitie nadat zijn eigen tienpuntenplan over migratie niet volledig werd overgenomen door zijn partners. Wat volgde was voorspelbaar. De PVV stond opnieuw buiten spel, en Nederland ging terug naar de politieke tekentafel. Zijn achterban riep al snel dat hij werd tegengewerkt door linkse rechters, de media en het politieke establishment, maar de waarheid is eenvoudiger en ongemakkelijker. Wilders werd niet tegengewerkt. Hij kon gewoon niet samenwerken.
Een coalitie is geen dictatuur. In Nederland regeer je met anderen en niet over anderen. Dat vraagt om compromissen, om onderhandeling en om realiteitszin. Het kabinet viel omdat Wilders die basis van politiek leiderschap niet begreep of niet wilde begrijpen. Zijn partij kon geen ministers leveren die bestuurlijke ervaring hadden, geen ambtenaren die beleid konden uitvoeren, en geen structuur die een land kon dragen. Wat resteerde was een partij die wel groot was in woorden maar klein in daden.
Toch is het belangrijk om te begrijpen waarom zoveel mensen in hem blijven geloven. Voor velen is Wilders meer dan een politicus. Hij is een stem van onvrede, van verzet tegen verandering en tegen alles wat als bedreigend wordt gezien. Hij weet dat gevoel te raken en daar ligt zijn kracht. Maar de grens tussen protest en beleid is hard. Een proteststem lucht even op, maar verandert niets. Een stem op Wilders is geen stem tegen de macht meer, maar een stem op iemand die zelf onderdeel van die macht is geworden en daar niets mee weet te doen.
Wilders is sinds 1998 actief in de Tweede Kamer. Hij heeft langer zitting dan veel van zijn collega’s samen. Hij kent de gangen van het Binnenhof beter dan wie dan ook. De man die ooit zei op te komen voor het volk, is inmiddels een vaste waarde in het politieke systeem dat hij veracht. Daarmee is hij de belichaming van de gevestigde orde. De outsider is de insider geworden. En dat maakt zijn verhaal tot een tragisch hoofdstuk in de Nederlandse politiek.
Wanneer zijn achterban roept dat rechters links zijn en hem tegenwerken, is dat niet slechts een misverstand maar een ondermijning van de rechtsstaat. Rechters zijn niet links of rechts, ze zijn er om wetten te bewaken die door het parlement zelf zijn vastgesteld. Dat parlement waar Wilders al meer dan twintig jaar deel van uitmaakt. Wie beweert dat rechters de vijand zijn, zegt eigenlijk dat wetten er niet meer toe doen. En dat is precies wat onze democratie in gevaar brengt.
Het argument dat hij wordt tegengewerkt door coalitiepartners houdt ook geen stand. In een meerpartijensysteem zoals het Nederlandse is samenwerking geen keuze maar noodzaak. Geen enkele partij kan alleen regeren. Compromissen sluiten is geen zwaktebod, het is de kern van democratisch bestuur. Wilders verwerpt dat principe keer op keer en kiest liever voor confrontatie. Daarmee bewijst hij dat hij niet wordt tegengewerkt, maar zichzelf buiten spel zet.
Het is verleidelijk voor teleurgestelde kiezers om te denken dat Wilders de enige is die durft te zeggen wat anderen niet zeggen. Maar die tijd is voorbij. Zijn geluid is inmiddels onderdeel van het publieke debat geworden. Zijn ideeën over migratie en veiligheid zijn overgenomen door partijen die wel bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen. Wat overblijft is een politicus die vooral leeft van nostalgie. Zijn optreden in debatten verraadt vermoeidheid. De felheid van vroeger is veranderd in routine. De overtuiging in strategie. Wilders weet dat het voorbij is, al zal hij dat nooit toegeven.
De waarheid is dat de PVV haar plafond heeft bereikt. Ze kan niet verder groeien, omdat ze niet kan leveren. De partij heeft geen mensen met bestuurlijke ervaring, geen inhoudelijk draagvlak en geen netwerk dat een land kan leiden. Dat is niet tegenwerking, dat is het gevolg van decennialange weigering om te bouwen aan iets wat groter is dan Wilders zelf. De PVV is een eenmansbedrijf dat draait op verontwaardiging, niet op visie.
Wie vandaag zegt op Wilders te stemmen als protest, vergeet dat hij aan de macht was. Hij heeft ministers geleverd, hij heeft aan tafel gezeten, hij heeft invloed gehad. Hij was de gevestigde orde. Protesteren tegen die orde door op hem te stemmen is als klagen over het weer terwijl je zelf de thermostaat bedient. De man die ooit symbool stond voor verandering is zelf de stilstand geworden.
Daarom is het goed dat Nederland zich nu heroriënteert. Dat we als samenleving beseffen dat democratie draait om samenwerking en niet om splitsing. Dat we leiders nodig hebben die kunnen verbinden, niet verdelen. Wilders heeft zijn rol gespeeld. Hij heeft misstanden benoemd, discussies geopend en grenzen verlegd. Maar zijn tijd is voorbij. De nieuwe generatie kiezers zoekt geen vechter meer, maar een bouwer.
Het is tijd dat ook zijn aanhang dat inziet. Dat ze begrijpen dat verandering niet komt van woede, maar van werk. Niet van verwijten, maar van verantwoordelijkheid. En dat een stem op Wilders geen daad van verzet is, maar een stem op stilstand.
Geert Wilders heeft zijn pensioenleeftijd gehaald. Hij mag naar huis. De man die ooit vocht tegen de gevestigde orde is er zelf deel van geworden. Zijn politieke nalatenschap zal groot zijn, maar zijn invloed op de toekomst is voorbij. Het is tijd om vooruit te kijken, naar leiders die weten dat macht pas waarde heeft als je haar kunt delen. Wie dat begrijpt, weet dat stemmen op Wilders niet langer een keuze voor verandering is, maar een verloren stem.
