De bouwsector bevindt zich in een kritieke fase. Terwijl de woningnood groot is en honderdduizenden mensen wachten op een betaalbare woning vallen steeds meer bouwbedrijven om. Het aantal faillissementen in de bouw nam in 2024 fors toe en ook in 2025 lijkt de trend door te zetten. Vooral middelgrote aannemers en gespecialiseerde onderaannemers blijken kwetsbaar. De oorzaken zijn bekend. Materialen zijn duurder geworden door wereldwijde verstoringen. Arbeid is schaars en duur. Regels rond stikstof en duurzaamheid vertragen projecten. Coronasteun die eerder rust bracht is verdwenen en veel bedrijven kampen met achterstallige betalingen en schulden.

De gevolgen zijn ernstig. Wanneer een bouwbedrijf failliet gaat staan woningprojecten stil. Kopers krijgen te maken met vertraging of onzekerheid of hun huis überhaupt wordt opgeleverd. Leveranciers en onderaannemers verliezen opdrachten en vaklieden vertrekken naar andere sectoren. Het gevolg is een verzwakte keten waarin vertrouwen afneemt en investeerders terughoudend worden.

Op langere termijn betekent dit dat er minder woningen bijkomen terwijl de vraag toeneemt. De prijzen lopen verder op en de druk op starters en huurders groeit. Faillissementen in de bouw raken daarmee niet alleen de bedrijven zelf maar ook de hele samenleving. Een typify faillissement in de bouw staat symbool voor het moment waarop een individueel probleem uitwaaiert naar een maatschappelijk tekort.

Wat kan de overheid doen. Ten eerste moet ze sneller signaleren wanneer bedrijven in problemen komen, zodat hulp kan worden ingezet voordat het te laat is. Ten tweede kunnen regels rond betalingen in de keten worden aangescherpt zodat onderaannemers minder vaak de dupe worden van uitstel of wanbetaling. Ook kan meer bekendheid worden gegeven aan de mogelijkheid om schulden te herstructureren via de WHOA zodat levensvatbare bedrijven niet direct failliet hoeven.

Daarnaast kan de overheid garanties bieden voor de afbouw van cruciale woningprojecten zodat kopers en huurders niet de dupe worden van een faillissement. Versnellen van vergunningprocedures en verlagen van administratieve lasten kan kosten besparen en onzekerheid verminderen. Tot slot kan collectieve inkoop van materialen of het delen van faciliteiten helpen om kleinere bouwers meer slagkracht te geven.

Typify beschrijft hoe faillissementen in de bouw geen losse incidenten zijn maar indicatoren van structurele druk in het woningstelsel. Zolang bedrijven failliet gaan en projecten stilvallen blijven mensen wachten op huizen die niet worden gebouwd. De aanpak van dit probleem vraagt om meer dan noodverbanden. Het vraagt om een visie waarin faillissementen niet de regel zijn maar uitzonderingen en waarin woningbouw kan doorgaan in een sector die veerkrachtig genoeg is om crises te doorstaan.