De opkomst van Donald Trump wordt vaak vergeleken met die van Adolf Hitler. Op het eerste gezicht lijkt dat een logische vergelijking want beiden spreken de massa aan met populistische taal en beloven het land te redden. Toch gaat deze vergelijking mank. Het Derde Rijk rustte op een samenhangende ideologie die draaide om rassenleer en een tot in detail uitgewerkt filosofisch bouwwerk. Er was sprake van discipline en een allesomvattende organisatie die de samenleving in een ijzeren greep hield. Bij Trump ontbreekt een dergelijk fundament volledig.
Trumpisme bestaat vooral uit losse slogans, ressentiment en een beroep op emoties. Zijn aanhang voelt zich superieur op basis van afkomst of kleur maar daarachter ligt geen diepgaande culturele of filosofische basis. Dat maakt hem wezenlijk anders dan Hitler en verklaart waarom het gevaar van Trump in een andere hoek gezocht moet worden.
Wanneer we kijken naar de geschiedenis zijn er wel degelijk leiders te vinden die dichter bij Trump staan. Silvio Berlusconi in Italië gebruikte zijn rijkdom en mediakanalen om zichzelf op te werpen als redder van het volk. Zijn stijl was persoonlijk en flamboyant en net als Trump stelde hij dat alleen iemand van buiten de politiek de rotzooi kon opruimen.
Binnen de Amerikaanse traditie is Andrew Jackson een duidelijke parallel. Hij profileerde zich als man van het volk tegenover een arrogante elite en bouwde zijn macht op woede en nationalisme. Zijn harde beleid tegen de inheemse bevolking toont hoe populisme kan omslaan in brute machtspolitiek.
In Argentinië was Juan Perón een leider die, net als Trump, geen samenhangende ideologie bood maar wel voortdurend vijandbeelden en emoties mobiliseerde. Zijn beweging draaide om zijn persoon en de belofte dat alleen hij het volk kon beschermen.
Ook Boris Johnson in Groot Brittannië laat zien hoe chaos en mediavaardigheid als politieke wapens kunnen worden ingezet. Johnson speelde met feiten en presenteerde zich als charmante buitenstaander. Het verschil is dat hij stevig ingebed was in een partij en daardoor minder radicaal opereerde dan Trump.
De aantrekkingskracht van al deze leiders is terug te voeren op dezelfde menselijke behoefte. In tijden van onzekerheid zoeken mensen eenvoud, herkenning en iemand die hun boosheid of teleurstelling hardop durft uit te spreken. Ze negeren rationele bezwaren omdat de emotionele connectie sterker voelt. Het verklaart waarom steeds opnieuw leiders worden gekozen die niet zozeer stabiliteit brengen maar juist chaos en verdeeldheid.
Trump is dus geen nieuwe Hitler. Hij staat in een lijn met Berlusconi, Jackson, Perón en Johnson. Leiders die steunen op sentiment en persoonlijke cultus en die vooral laten zien dat emoties vaak zwaarder wegen dan ideeën.n een lange traditie van labiele leiders die steunen op sentiment en persoonlijke cultus. De vraag is niet waarom zij opstaan maar waarom mensen hen steeds opnieuw volgen. Het antwoord ligt in de menselijke behoefte aan eenvoud, herkenning en de illusie dat één man in staat is om de chaos te ordenen.
