Tien jaar lijkt kort, maar in een wereld die sneller verandert dan ooit kan een decennium een heel tijdperk beslaan. In de jaren negentig had bijna niemand verwacht dat we ooit al onze producten online zouden bestellen, laat staan dat we pakketten dezelfde dag thuis geleverd zouden krijgen. Vandaag staan we opnieuw aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. Europa ontwikkelt zich langs de lijnen van ambitieuze beleidsplannen zoals de Green Deal en de digitaliseringsagenda, maar ook door uitvindingen en innovaties die ons dagelijks leven fundamenteel zullen hertekenen. De vraag is hoe Europa er rond 2035 werkelijk uit kan zien.
Een eerste verschuiving is zichtbaar in hoe we wonen en werken. Kunstmatige intelligentie zal in 2035 niet langer een exotische toevoeging zijn, maar een integraal onderdeel van het dagelijks bestaan. Waar we nu nog zoeken naar de balans tussen mens en machine, is die grens over tien jaar vervaagd. Virtuele assistenten zullen ons niet alleen helpen bij het plannen van onze agenda, maar ook onze gezondheid monitoren en ons voedselpatroon aanpassen aan persoonlijke data. Kantoren zullen minder bestaan als fysieke plekken, omdat werken op afstand niet meer afhankelijk is van schermen, maar van immersieve omgevingen waarin holografische vergaderingen het nieuwe normaal zijn. Dit maakt dat de rol van steden verandert. Waar nu nog drukke kantoorgebieden bestaan, zullen deze ruimtes zich ontwikkelen tot woon- en leefgebieden met meer nadruk op cultuur en recreatie.
De energietransitie is een tweede factor die Europa in een ander licht zal plaatsen. De Green Deal verplicht landen om grote stappen te zetten richting een klimaatneutraal continent. Dat betekent niet alleen dat de CO₂-uitstoot drastisch daalt, maar ook dat landschappen opnieuw ingericht worden. Windparken op zee zullen een vertrouwd beeld zijn, zonneweides worden geïntegreerd in landbouwsystemen en waterstof wordt een belangrijke pijler voor zware industrie en mobiliteit. Auto’s rijden grotendeels elektrisch, maar de echte verandering ligt in gedeelde mobiliteit. Individueel autobezit zal minder vanzelfsprekend zijn, vooral in stedelijke gebieden waar slim vervoer en autonome voertuigen de norm worden. Reizen in 2035 is sneller, schoner en minder afhankelijk van fossiele brandstoffen.
Ook de manier waarop we voedsel produceren verandert. Verticale boerderijen zullen overal in Europa verschijnen, vaak in oude fabrieksgebouwen die zijn omgebouwd tot hypermoderne landbouwsystemen. Hier groeien groenten en fruit in lagen boven elkaar, volledig gecontroleerd door AI en sensoren. Dit maakt het mogelijk om voedsel te produceren in de buurt van de consument en met minder water en pesticiden. Kweekvlees zal tegen 2035 niet langer een experiment zijn, maar een product dat op grote schaal verkrijgbaar is in supermarkten en restaurants. Voor een generatie die opgroeit met de realiteit van klimaatverandering en dierenwelzijn, zal kweekvlees een vanzelfsprekend alternatief vormen voor traditioneel vlees.
De gezondheidszorg zal in de komende tien jaar misschien wel de grootste verandering doormaken. Waar ziekenhuizen nu nog het centrum van zorg zijn, zal een groot deel van de medische monitoring thuis plaatsvinden. Patiënten dragen pleisters of implantaten die continu hun bloedwaarden meten en rechtstreeks rapporteren aan artsen. Kunstmatige intelligentie analyseert die data en waarschuwt bij afwijkingen nog voordat de patiënt klachten ervaart. Dit maakt het mogelijk om ziekten in een vroeg stadium te behandelen en levens aanzienlijk te verlengen. Innovaties zoals kunstharten, regeneratieve therapieën en gepersonaliseerde medicijnen maken dat gezondheid niet langer alleen draait om genezen, maar vooral om voorkomen.
De sociale structuur van Europa zal evenzeer onder druk komen te staan. Vergrijzing zorgt voor een krimpende beroepsbevolking, waardoor robots en AI steeds vaker taken overnemen die nu door mensen worden uitgevoerd. Tegelijkertijd zorgen migratie en globalisering voor nieuwe dynamieken in steden. Waar Europa ooit een relatief homogene samenleving was, zal het in 2035 nog diverser zijn. Dit biedt kansen voor culturele rijkdom, maar vraagt ook om beleid dat samenleven vormgeeft zonder dat groepen langs elkaar heen leven. De politieke debatten over migratie en identiteit zullen nog scherper worden, omdat de spanning tussen vergrijzing en bevolkingsgroei door migratie in elke lidstaat voelbaar zal zijn.
Technologie en beleid lopen daarbij hand in hand. Europa zet met zijn digitaliseringsagenda in op soevereiniteit op het gebied van data en kunstmatige intelligentie. In 2035 zal dat zich vertalen naar Europese platforms die concurreren met Amerikaanse en Chinese techgiganten. Dit betekent dat Europese burgers meer controle hebben over hun data en privacy, maar ook dat innovatie wordt gestimuleerd binnen eigen grenzen. Het streven naar technologische onafhankelijkheid maakt dat Europa niet alleen een markt blijft, maar ook een speler met een eigen stem in de wereld van digitale macht.
Wat opvalt, is dat al deze veranderingen elkaar versterken. Gezondheidsinnovaties zijn afhankelijk van AI, de energietransitie draait op digitalisering, en migratie beïnvloedt de manier waarop steden worden ingericht. De wereld in 2035 zal daardoor niet te vergelijken zijn met die van vandaag. Waar we nu nog verbaasd kijken naar de snelheid waarmee webwinkels ons leven hebben veranderd, zullen we over tien jaar terugkijken en ons afvragen hoe we ooit zonder kunstmatige assistenten, kweekvlees of digitale tweelingen van ons lichaam konden functioneren.
Europa 2035 wordt geen utopie, maar wel een continent dat zich opnieuw heeft uitgevonden. De uitdagingen zijn groot, van klimaat tot sociale samenhang, maar de innovaties en beleidsplannen die nu al in werking zijn gezet maken duidelijk dat verandering onvermijdelijk is. Het is aan ons om die toekomst niet alleen te ondergaan maar ook actief vorm te geven.
