De Nederlandse overheid bevindt zich midden in een vertrouwenscrisis. De uitgaven stegen in vijf jaar tijd met bijna dertig procent maar de burger merkt daar nauwelijks iets van. In plaats van betere dienstverlening en efficiëntere processen stapelen de signalen van mismanagement zich op. Het geld stroomt naar extra banen, ingewikkelde regelgeving en ICT-systemen die te vaak haperen. De kloof tussen kosten en prestaties wordt groter en legt de zwakte van het systeem bloot.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien dat de uitgaven van de overheid stegen van 349 miljard euro naar 497 miljard euro in een periode van vijf jaar. Het aantal ambtenaren groeide mee met honderdduizenden extra voltijdsbanen in de rijksdienst, gemeenten en onderwijs. Deze groei zou logisch zijn als de kwaliteit en snelheid van de dienstverlening evenredig mee omhoog gingen, maar het tegenovergestelde gebeurt. Burgers zien vergunningen die langer duren, toeslagen die worden teruggedraaid en informatieverzoeken die maanden blijven liggen.

De Algemene Rekenkamer waarschuwt keer op keer dat ministeries niet goed rapporteren wat beleid daadwerkelijk oplevert. Parlementariërs krijgen wel cijfers over geld en formatie maar niet over concrete resultaten. Tegelijkertijd zijn er aanhoudende problemen met de bedrijfsvoering en vooral met ICT. Het digitale fundament waarop de overheid draait blijkt keer op keer instabiel. Recente DDoS aanvallen op publieke diensten en terugkerende storingen bij DigiD tonen hoe kwetsbaar de infrastructuur is. Ambtenaren die thuis afhankelijk zijn van VPN verbindingen kunnen bij verstoringen soms dagenlang niet werken. De belastingbetaler betaalt ondertussen gewoon door.

De overheid verdedigt de groei met het argument dat nieuwe regelgeving meer menskracht vraagt. Maar die redenering gaat voorbij aan een cultuurverschuiving die na covid structureel is geworden. Hybride werken is breed geaccepteerd en veel ambtenaren komen gemiddeld twee dagen per week naar kantoor. Dat kan werken mits er duidelijke afspraken zijn over prestaties, samenwerking en resultaat. In de praktijk ontbreken die afspraken vaak waardoor thuiswerken eerder een bron van coördinatieruis is dan van efficiëntie. Teams raken versnipperd, leidinggevenden sturen te weinig op output en de productiviteit zakt langzaam weg. Om het verlies te compenseren worden steeds meer mensen aangenomen waardoor de vicieuze cirkel van groei zonder verbetering in stand blijft.

Onderzoekers en trainers benadrukken dat hybride werken alleen zinvol is met strakke afspraken en volwassen management. De cao voor rijksmedewerkers biedt de ruimte, maar borgt geen resultaten. Zonder sturing wordt het een ritueel waarbij uren worden geregistreerd, maar publieke waarde verdwijnt. Het Centraal Planbureau wijst daarnaast op een bredere trend van stagnerende productiviteit. In plaats van zich daarbij neer te leggen moet de overheid juist scherper sturen op eenvoud in processen, betrouwbaarheid van ICT en harde rapportage van uitkomsten.

Het probleem is niet alleen organisatorisch maar ook politiek. De begroting voor 2024 ging al uit van een tekort van bijna drie procent en de tekorten lopen de komende jaren verder op. De economische groei van dat jaar werd vrijwel volledig gedragen door overheidsconsumptie. Een economie die leunt op publieke uitgaven zonder productiviteitssprong is niet duurzaam. Het voedt cynisme bij burgers en ondernemers die steeds meer betalen, maar steeds minder terugzien.

Oplossingen liggen voor de hand, maar vragen lef. Stop met het stapelen van regelgeving zonder oude regels af te schaffen. Investeer in een digitaal fundament dat boring en betrouwbaar is, zodat ambtenaren hun werk kunnen doen zonder te stranden op haperende VPN verbindingen. Maak publieke dashboards met duidelijke cijfers over doorlooptijden, foutpercentages en klanttevredenheid zodat de burger kan zien wat zijn euro oplevert. En bovenal, herstel de werkcultuur. Plan vaste gezamenlijke kantoordagen voor samenwerking, stuur thuisdagen op deadlines en resultaten en maak leidinggevenden verantwoordelijk voor output in plaats van aanwezigheid.

De puinhopen bij de overheid zijn geen gevolg van slechte wil maar van structurele luiheid in systemen en sturing. Meer mensen en meer geld zijn steeds opnieuw het antwoord geweest op elk probleem. Maar zolang de productiviteit niet omhooggaat, blijft de groei van de overheid geen teken van kracht maar een bewijs van organisatorische zwakte. De burger verdient beter dan een overheid die vooral zichzelf aan het werk houdt. Het is tijd om de balans te herstellen en de publieke euro weer in te zetten voor publieke waarde.

,