Melanie Phillips is in Nederland niet bijzonder bekend, maar in het Verenigd Koninkrijk is ze al decennialang een controversiële stem in het publieke debat. Ze begon haar journalistieke loopbaan bij progressieve titels als The Guardian, maar verschoof in de jaren negentig naar de conservatieve kolommen van The Daily Mail en later The Times. Inmiddels schrijft ze regelmatig voor The Spectator en andere rechtsgeoriënteerde media. Phillips heeft zich ontwikkeld tot een uitgesproken criticus van wat ze ziet als de morele en culturele erosie van het Westen. Ze schuwt stevige uitspraken niet en richt haar pijlen vaak op immigratie, multiculturalisme en de rol van de islam in Groot-Brittannië. Haar bekendste werk is het boek Londonistan uit 2006. Daarin betoogt ze dat Groot-Brittannië zichzelf kwetsbaar heeft gemaakt voor islamitisch extremisme door een falend beleid rond integratie en door wat ze noemt een overdreven tolerantie tegenover culturele en religieuze gebruiken die haaks zouden staan op Britse waarden. Phillips’ analyse is helder en prikkelend maar ook sterk polariserend. Voorstanders prijzen haar omdat ze taboes doorbreekt. Critici zien haar vooral als iemand die een eenzijdig en alarmistisch beeld schetst van culturele diversiteit. Het idee dat multiculturaliteit landen en culturen kapotmaakt, past in deze bredere lijn van haar denken. Volgens Phillips leidt het naast elkaar bestaan van verschillende gemeenschappen die niet zouden hoeven opgaan in een dominante cultuur tot fragmentatie en verlies van samenhang. Uiteindelijk zo waarschuwt ze ondermijnt dat de democratie en de waarden die het Westen groot hebben gemaakt.
Deze analyse klinkt krachtig, maar ze is ook eenzijdig. Het beeld dat ze schetst van een passief Westen dat langzaam wordt uitgehold door een vaststaande en onveranderlijke migrantencultuur doet geen recht aan de werkelijkheid. Multiculturaliteit is geen statisch proces maar een dynamische wisselwerking. Culturen beïnvloeden elkaar voortdurend en juist daar ligt de blinde vlek in de redenering van Phillips. Een belangrijk tegenargument is dat migranten net zo goed veranderen onder invloed van hun nieuwe omgeving. Neem de Turkse gemeenschap in Nederland. Formeel identificeren veel mensen zich nog als moslim, maar in de praktijk leven velen een grotendeels seculier bestaan. Jongeren drinken alcohol, trouwen buiten hun eigen gemeenschap en maken keuzes die meer aansluiten bij westerse waarden dan bij traditionele regels. Vaak wordt daar niet openlijk over gesproken omdat religie en familiebanden nog steeds sterk aanwezig zijn. Toch is de realiteit dat het Westen een enorme aantrekkingskracht uitoefent. Dit effect is niet beperkt tot Turken of Marokkanen. Ook andere migrantengroepen laten zien dat de tweede en derde generatie vaak minder religieus is en sterker geïntegreerd raakt in de dominante cultuur. Onderzoek laat zien dat religieuze participatie bij jongeren gestaag afneemt en dat hun sociale netwerken steeds vaker bestaan uit een mix van verschillende achtergronden. Het beeld van een onveranderlijke migrantencultuur die het Westen binnendringt houdt geen stand wanneer we kijken naar de dagelijkse realiteit.
Wat dit ingewikkeld maakt, is dat dit proces vaak stil en onzichtbaar verloopt. Een jongere kan thuis nog altijd traditionele regels respecteren en zich buitenshuis heel anders gedragen. Dat dubbele leven kan soms spanning veroorzaken, maar het is tegelijk een teken dat culturen in beweging zijn. Het Westen verandert migranten, net zo goed als migranten het Westen veranderen. Alleen omdat dit proces zich minder luidruchtig afspeelt, krijgt het in het publieke debat nauwelijks aandacht. De ironie is dat critici van multiculturaliteit hierdoor gemakkelijk een karikatuur kunnen schetsen. Ze wijzen op zichtbare symbolen zoals moskeeën, hoofddoeken of buitenlandse supermarkten en presenteren die als bewijs dat migratie de samenleving overneemt. De subtiele veranderingen die tegelijkertijd plaatsvinden binnen migrantengemeenschappen blijven onder de radar. Daardoor ontstaat een scheef beeld dat de publieke opinie kan beïnvloeden.
Een ander punt dat vaak vergeten wordt in het debat is dat het Westen zelf nooit een gesloten cultuur is geweest. Europese tradities zijn altijd gevormd door invloeden van buitenaf. Het christendom vond zijn oorsprong in het Midden-Oosten. De democratie kwam uit het oude Griekenland en werd later versterkt door denkbeelden uit de islamitische wereld waar in de middeleeuwen veel kennis werd bewaard en doorgegeven. Zelfs de verlichting, vaak gezien als de bakermat van het moderne Westen, stond in contact met joodse en Arabische denkers. Het idee dat er ooit een zuivere onaangetaste westerse cultuur bestond die nu bedreigd wordt door migratie is historisch niet houdbaar. Culturen zijn altijd vloeibaar en voortdurend in beweging. Ze groeien botsen en veranderen en juist die dynamiek maakt ze levend.
Wie vandaag naar een gemiddelde stad kijkt, ziet die dynamiek in volle werking. Jongeren met een migratieachtergrond vormen een hybride identiteit. Ze combineren elementen van de cultuur van hun ouders met westerse waarden en gebruiken. Een Nederlandse student met Marokkaanse ouders kan overdag vasten tijdens de ramadan en ’s avonds actief zijn op TikTok met dezelfde trends als zijn leeftijdsgenoten. Een Turkse twintiger kan thuis respect tonen voor religieuze regels en tegelijk in zijn vriendenkring een heel ander leven leiden. Deze hybride identiteiten zijn geen teken van mislukte integratie maar juist van culturele ontwikkeling. Ze laten zien dat diversiteit niet betekent dat culturen elkaar onveranderd naast elkaar blijven bestaan. In plaats daarvan ontstaan er nieuwe mengvormen die de samenleving verrijken.
De retoriek van Phillips en andere critici werkt met scherpe contrasten. Zij schetsen een beeld van een zwak Westen dat tegenover een onveranderlijke migrantencultuur staat. In werkelijkheid gaat het om een complex en gelaagd proces van wederzijdse beïnvloeding. Natuurlijk bestaan er spanningen en botsingen, maar er bestaan net zo goed processen van aanpassing en assimilatie. Door enkel de bedreiging te benadrukken wordt een eenzijdig beeld gecreëerd dat politiek goed scoort, maar maatschappelijk weinig oplost. Het zorgt voor angst en wantrouwen in plaats van voor een beter begrip van wat er feitelijk gebeurt in de samenleving.
Melanie Phillips is een scherpzinnig denker die in Groot-Brittannië veel invloed heeft gehad op het debat over immigratie en multiculturalisme. Haar analyses zijn prikkelend en soms terecht kritisch, maar ze zijn ook beperkt doordat ze blind zijn voor de wederkerigheid van culturele verandering. Multiculturaliteit verandert niet alleen het Westen, het verandert ook de migrant. Het stille proces van secularisatie, aanpassing en hybridisering laat zien dat diversiteit geen statische bedreiging is maar een dynamische realiteit. Het Westen is nooit onaangetast geweest en juist in de voortdurende wisselwerking ligt de kracht van culturele ontwikkeling. De vraag is daarom niet of multiculturaliteit landen kapotmaakt, maar hoe we kunnen leren omgaan met de wederzijdse verandering die altijd optreedt. Wie bereid is om dat te zien begrijpt dat er geen sprake is van ondergang maar van vernieuwing.
