Geert Wilders presenteerde onlangs vier nieuwe kandidaten voor de verkiezingen. Het lijkt een frisse start, maar wie naar de geschiedenis kijkt ziet een patroon dat zich telkens opnieuw herhaalt. Rechtspopulistische partijen in Nederland, van de LPF tot de PVV, weten wel stemmen te trekken maar niet te besturen. Het begint vaak met grote beloftes en eindigt altijd in chaos, ruzie en teleurstelling.

Toen Pim Fortuyn in 2002 met de LPF de politiek stormenderhand veroverde leek het een aardverschuiving. Maar binnen enkele maanden na zijn dood viel de partij uiteen in onderlinge ruzies, ego’s en gebrek aan bestuurlijke ervaring. Ministers moesten opstappen, Kamerleden vochten elkaar de tent uit en de beloofde verandering bleef uit. Het was het eerste bewijs dat extreemrechtse bewegingen veel emotie weten te mobiliseren, maar geen stabiel bestuur kunnen garanderen.

Wilders volgde in die voetsporen. Zijn PVV kreeg in 2010 voor het eerst regeringsinvloed via het gedoogkabinet Rutte I. Het kabinet sneuvelde al binnen twee jaar. Officieel lag dat aan bezuinigingen, maar achter de schermen speelde mee dat de PVV geen mensen had die konden meeschrijven aan serieuze wetgeving. Wilders zelf stond bekend als iemand die geen concessies wilde doen. Daardoor was regeren onmogelijk. Tien jaar later, in 2023, gebeurde hetzelfde. De PVV was groot, kreeg ministers, maar opnieuw stokte alles. Niet omdat Den Haag hem buitensloot, maar omdat zijn eigen bewindspersonen simpelweg niet wisten hoe je uitvoerbare wetten maakt. Te weinig opleiding, nul ervaring en een partijcultuur die alles bij Wilders neerlegt. Als hij geen mandaat of compromissen toestaat, loopt het vast.

Dit is de kern van het probleem. Waar gevestigde partijen kandidaten zorgvuldig opleiden in de gemeenteraad, de provincie en daarna de Kamer, plukt Wilders vaak onbekenden van de straat of uit kleine functies. Hij houdt alles in eigen hand, waardoor talent zich nooit kan ontwikkelen. Dat maakt de PVV afhankelijk van één man, en zodra die geen werkbare koers vindt, valt alles stil. Zijn nieuwe kandidaten, hoe enthousiast ook, zijn opnieuw mensen zonder parlementaire ervaring. Een jurist bij de IND, een ambtenaar van Curaçao, een Europees parlementariër zonder lange staat van dienst. Het klinkt degelijk, maar het zijn geen mensen die wetten kunnen schrijven die Nederland overeind houden.

Voor kiezers die zeggen dat ze het land niet willen delen met nieuwkomers klinkt de boodschap van Wilders misschien aantrekkelijk. Maar zelfs als je dat standpunt deelt, verandert er niets. Europese regels zijn bindend, Nederland kan ze niet zomaar naast zich neerleggen. Uittreden uit de EU is geen optie. De Brexit toonde dat een land economisch instort zodra het afscheid neemt van de interne markt. Bovendien kwam er juist méér migratie naar Groot-Brittannië na Brexit. Wilders kan dus niet leveren wat hij belooft, hoe hard hij ook schreeuwt. Hij weet dat zelf, maar politiek gewin is belangrijker dan bestuurlijke realiteit.

Het tragische is dat deze cyclus telkens terugkomt. LPF viel door ruzie en amateurisme. PVV ministers struikelden over hun eigen onkunde. Steeds weer hopen kiezers dat dit keer anders zal zijn. Steeds weer stemmen ze op een paard met een mank been. Het dier kan misschien even lopen, maar de finish haalt het nooit. De teleurstelling is ingebouwd in het systeem.

Wie rechts wil stemmen uit zorg over migratie moet zich realiseren dat VVD en CDA veel realistischer zijn. De VVD heeft tien jaar lang weinig gedaan, vaak omdat migratieproblemen voor hen electorale zekerheid boden. Dat was cynisch, maar het voorkwam in elk geval bestuurlijke chaos. Het CDA toont zich nu gemotiveerder om werkelijk aan oplossingen te werken, juist omdat ze niet volledig afhankelijk zijn van één man of één narratief. Daarin schuilt stabiliteit, en dat is wat Nederland nodig heeft.

Wilders kan wel stemmen winnen, maar nooit besturen. Hij herhaalt steeds hetzelfde spel dat al sinds Fortuyn zichtbaar is. Onervaren mensen, een partijstructuur zonder interne democratie, een leider die geen compromissen sluit. Dat betekent dat een stem op de PVV geen verandering brengt, maar opnieuw eindigt in chaos en teleurstelling. Wie rechts wil stemmen en migratie serieus wil aanpakken kan beter zijn stem geven aan partijen die in staat zijn beleid te maken en uit te voeren. Het CDA biedt die kans.

Bij Typify Den Haag volgen we de politieke ontwikkelingen met een kritische blik. Niet alleen de landelijke koers maar juist ook hoe beslissingen in Den Haag uitpakken voor de samenleving. Door voorbij de snelle headlines te kijken wil Typify Den Haag laten zien waar beleid echt vastloopt en welke keuzes wel perspectief bieden voor de toekomst.