De wereld is in beweging en dat geldt ook voor de NAVO. Waar de topontmoetingen voorheen vooral draaiden om symbolische verbondenheid en gezamenlijke verklaringen, is het nu menens. De NAVO-top in Den Haag voelt niet als een beleefdheidsritueel, maar als een kruispunt. Europa wordt uitgedaagd om niet alleen loyale partner te zijn, maar ook strategisch zelfstandig te denken en te handelen. De keuze voor Den Haag als locatie is geen toeval. Nederland presenteert zich hiermee als diplomatiek middelpunt van Europa en als bruggenbouwer binnen het bondgenootschap.

Voor Nederland betekent deze top meer dan alleen prestige. Het bevestigt onze rol als speler op het wereldtoneel, met directe lijnen naar zowel Washington als Brussel. Den Haag ontvangt de wereldleiders niet alleen als gaststad, maar ook als beleidsarchitect van een nieuw NAVO-tijdperk waarin macht, samenwerking en technologie steeds meer vervlochten raken. De aanwezigheid van Mark Rutte in zijn nieuwe internationale rol geeft daar extra gewicht aan. Hij is inmiddels meer dan oud-premier. Hij geldt als vertrouwenspersoon binnen NAVO-kringen en fungeert tijdens deze top als inhoudelijk gids bij de koersbepaling van Europa.

De grote vraag is hoe het bondgenootschap zich positioneert in een wereld waarin de Verenigde Staten onvoorspelbaarder opereren dan ooit. De schaduw van Donald Trump hangt nadrukkelijk boven deze top. Zijn eerdere opmerkingen over het al dan niet nakomen van NAVO-verplichtingen hebben diepe sporen nagelaten. Hij heeft bondgenoten meermaals gemaand om meer bij te dragen en dreigde de veiligheidsparaplu in te trekken als landen hun defensiebudget niet zouden verhogen. Dat dwingt Europa tot zelfreflectie en vooral tot actie.

Tijdens deze top is afgesproken dat NAVO-landen voortaan minimaal vijf procent van hun defensiebudget reserveren voor de ontwikkeling van Europese bewapening. Dit gaat verder dan de bekende tweeprocentsnorm die zich richt op het bruto binnenlands product. De nieuwe afspraak draait niet om hoeveel geld er wordt uitgegeven, maar vooral om waar het naartoe gaat. Niet langer blind inkopen bij Amerikaanse leveranciers, maar bouwen aan een Europese industrie die onafhankelijk kan opereren. Dat klinkt logisch, maar roept ook praktische vragen op. Europa heeft weliswaar een aantal defensiebedrijven, maar is versnipperd en traag in de samenwerking. In tegenstelling tot landen als Turkije, die hun militaire industrie al jarenlang doelgericht ontwikkelen, heeft Europa nauwelijks een gezamenlijke wapenproductie van betekenis.

Wie daar het meeste van profiteert is nu nog lastig te zeggen. Landen als Frankrijk, Duitsland en Italië beschikken over een infrastructuur en kennis die snel opgeschaald kunnen worden. Andere landen, waaronder Nederland, kunnen vooral bijdragen op het gebied van technologie, cyberveiligheid en drones. Voor Oost-Europese lidstaten ligt de kans vooral in assemblage en logistiek. De vraag is of deze versnelling op tijd komt. De Europese afhankelijkheid van Amerikaanse technologie is nog steeds groot, en de politieke besluitvorming binnen de Unie traag. Toch gloort er ook een economisch perspectief. De opbouw van een gezamenlijke defensie-industrie levert banen op, stimuleert innovatie en verstevigt de positie van Europa op het wereldtoneel.

Mark Rutte speelt tijdens deze top een dubbelrol. Enerzijds vertegenwoordigt hij het vertrouwde, pragmatische Nederland dat zich altijd loyaal opstelt binnen internationale verbanden. Anderzijds spreekt hij met de autoriteit van iemand die zich losgemaakt heeft van de nationale politiek en nu vanuit bredere verantwoordelijkheid opereert. Hij weet als geen ander hoe hij bruggen moet slaan tussen lidstaten die verschillend denken over veiligheid, defensie en diplomatie. Zijn stijl is vasthoudend, maar niet polariserend. Dat maakt hem de juiste figuur om dit historische moment mee vorm te geven.

De NAVO-top in Den Haag markeert de overgang van afhankelijkheid naar verantwoordelijkheid. Europa krijgt niet alleen de opdracht, maar ook de kans om zijn eigen veiligheid serieus te nemen. Daar zit een duidelijke economische kant aan. Als het lukt om binnen tien jaar een volwaardige wapenindustrie op te zetten, kan dat Europa meer opleveren dan veiligheid alleen. Het biedt economische onafhankelijkheid, technologische voorsprong en geopolitieke slagkracht. De tijd dringt, maar het venster is nog open. Wat Den Haag laat zien, is dat het moment om te bouwen nu is.

Dank voor het lezen
Je las een bijdrage van Typify, het blog dat dagelijks reflecteert op de wereld waarin we leven. Van geopolitieke spanningen tot sociale trends, Typify brengt je verhalen die raken aan de tijdgeest. Wil je op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen en diepgravende analyses zoals deze? Kom dan snel terug. Bij Typify blijf je bij. En soms zelfs een stap voor.