Je leest een artikel over klimaatverandering met harde cijfers, maar de reacties eronder gaan over hoe “alles opgeblazen wordt door de media”. Iemand deelt een persoonlijke anekdote over regen op vakantie als tegenbewijs. En gek genoeg krijgt die reactie meer likes dan het artikel zelf.

Feiten zijn niet verdwenen. Maar ze zijn hun gezag kwijt. In plaats daarvan heersen verhalen.

Waarom feiten niet meer genoeg zijn

De journalistieke wereld gaat ervan uit dat als je mensen goede informatie geeft, ze vanzelf tot verstandige conclusies komen. Dat idee stamt uit de information deficit theory, als mensen verkeerde keuzes maken, dan missen ze gewoon kennis. Maar dat werkt al jaren niet meer.

Onderzoek van Yale University toont aan dat mensen feiten niet objectief verwerken, maar door een moreel filter halen. We geloven wat past bij wie we zijn, wat we voelen en wie we vertrouwen. En precies daar winnen verhalen het van data.

Verhalen zijn menselijk. Ze verbinden oorzaak en gevolg, geven emotionele context en hebben vaak een herkenbare hoofdpersoon. Feiten daarentegen zijn afstandelijk, abstract, soms zelfs kil. Ze kunnen bewijzen, maar zelden overtuigen.

De macht van persoonlijke ervaring

In de coronatijd zag je dit mechanisme op volle kracht. Iemand vertelt hoe zijn tante ziek werd ná vaccinatie, en dat verhaal weegt zwaarder dan duizend grafieken van het RIVM. Het klopt niet statistisch, maar het is écht. Dat voelt zwaarder.

Psycholoog Daniel Kahneman noemt dit availability bias, we geven meer gewicht aan dingen die we ons makkelijk kunnen herinneren of ons persoonlijk raken. Een emotioneel verhaal blijft hangen, een tabel niet.

Van journalistiek naar storytelling

De journalistiek is zich hier langzamerhand van bewust geworden. Platforms als The Guardian en De Correspondent bouwen steeds vaker hun verhalen rondom een persoon of ervaring. Niet omdat de feiten minder belangrijk zijn, maar omdat ze zonder narratief niet landen.

Toch zit hier een risico. Als alles een verhaal wordt, wat is dan nog het verschil tussen journalistiek, activisme en fictie? De grens vervaagt snel, zeker online.

Je ziet het ook bij YouTube-kanalen, Instagram-influencers en podcastmakers. Ze presenteren hun mening als hun waarheid, een term die ooit zou klinken als contradictie, maar inmiddels volkomen normaal is geworden.

Wie beheert het narratief

In een wereld van eindeloze informatie geldt: wie het verhaal beheerst, beheerst de werkelijkheid. Denk aan hoe politici framing gebruiken “klimaatdrammers” versus “klimaathelden”, “woke elite” versus “boze burger”. Niet toevallig dat populistische leiders wereldwijd succes hebben met simpele, herkenbare verhalen.

En dan zijn er de algoritmes. Die versterken de verhalen die emotie oproepen, omdat ze beter klikken. Dus krijgen we meer van wat we al geloven. Zo ontstaat geen gesprek, maar een echokamer.

Volgens wetenschapper danah boyd (ja, zo gespeld) zijn we niet zozeer in een post-truth era beland, maar in een context collapse. We delen informatie buiten de context waarin die betekenisvol is. En daardoor vervaagt de grens tussen feit, mening en fictie.

Wat doen we met deze realiteit

De oplossing ligt niet in meer feiten. Maar in betere verhalen. Verhalen die eerlijk zijn over hun intentie, die nuance toelaten en die mensen uitnodigen om mee te denken, in plaats van ze af te zetten tegen elkaar.

Het vraagt om mediawijsheid. Om het besef dat wat écht voelt niet altijd echt ís. En dat wat moeilijk te begrijpen is, niet automatisch onwaar hoeft te zijn.

Misschien moeten we terug naar de basis van waarom we ooit begonnen met verhalen vertellen. Niet om de werkelijkheid te verdraaien, maar om haar beter te begrijpen. En als we dat samen doen, jij met jouw verhaal, ik met het mijne, dan bouwen we niet aan echokamers, maar aan een gedeeld referentiekader.

Op Typify lees je niet wat iedereen zegt, maar wat Typify ziet. Typify haalt het typerende uit het gewone. Wie Typify volgt, blijft op de hoogte van hoe de wereld beweegt. Typify schrijft met inzicht, elke dag opnieuw. Typify is er voor jou.