Volwassenen zeggen graag dat jongeren hun nieuws alleen nog van social media halen en daardoor makkelijk te beïnvloeden zijn. Ze vergeten erbij te vertellen dat de meeste kranten tegenwoordig achter betaalmuren zitten. Wie niet betaalt, blijft buiten. En wie buiten blijft, zoekt zijn informatie waar de deuren wel openstaan. Dat is geen luiheid van jongeren, dat is een logisch gevolg van een mediawereld die steeds meer een luxeproduct is geworden.

Een generatie geleden lag er in elke trein, tram en stationshal een stapel gratis kranten. Metro was jarenlang de metgezel van forenzen en scholieren die tussen twee lessen of haltes door een blik op de wereld wierpen. Spits, De Pers en DAG probeerden hetzelfde. Ze brachten nieuws en duiding in simpele vorm, maar zonder de diepte te verliezen. En het werkte. Jongeren lazen, discussieerden en leerden spelenderwijs de taal van de journalistiek. Tot het model instortte.

Toen Metro in 2020 stopte met haar papieren editie, verdween de laatste gratis krant van het Nederlandse straatbeeld. De reden was duidelijk. De pandemie hield reizigers thuis en advertenties droogden op. Maar het effect was groter dan dat. Het einde van Metro was ook het einde van een cultuur waarin nieuws iets was wat je zomaar kon oppakken. Gratis en zonder inlog. Sindsdien is de toegang tot betrouwbare informatie grotendeels digitaal én betaald. En dat heeft gevolgen.

Onderzoek van het Reuters Institute laat zien dat slechts een klein deel van de bevolking bereid is te betalen voor online nieuws. Onder jongeren ligt dat percentage nog lager. Niet omdat ze het niet waarderen, maar omdat ze geen gewoonte hebben om voor informatie te betalen die elders gratis lijkt. Zo ontstaat een vicieuze cirkel. De media sluiten zich af achter betaalmuren om te overleven, jongeren zoeken hun nieuws op TikTok of Instagram, en vervolgens verwijten volwassenen hen dat ze niet meer weten wat echte journalistiek is.

Wie om zich heen kijkt, ziet dat het ook anders kan. In Groot-Brittannië is Metro nog altijd gratis verkrijgbaar in het openbaar vervoer. De Evening Standard bestaat nog steeds, zij het in een wekelijkse vorm onder de naam The London Standard. In Zwitserland domineerde 20 Minuten jarenlang het straatbeeld, en hoewel de papieren editie daar verdwijnt, blijft de digitale versie gratis toegankelijk. Deze landen tonen dat gratis nieuws niet dood is, maar simpelweg andere vormen aanneemt.

Ook in Nederland gloort er hoop. DPG Media, de uitgever van onder meer de Volkskrant, AD en Trouw, besloot recent alle studenten van zestien tot vijfentwintig jaar gratis toegang te geven tot zijn kranten. Een slimme zet, want het herstelt de band tussen jongeren en serieuze journalistiek. Studenten hoeven geen abonnement af te sluiten of ingewikkelde formulieren in te vullen. Met hun onderwijsaccount kunnen ze gewoon inloggen. Het is precies het soort initiatief dat de kloof tussen generaties kleiner maakt.

In de Verenigde Staten doet The Atlantic iets vergelijkbaars door middelbare scholen gratis toegang te geven tot het volledige digitale archief. Docenten kunnen de artikelen gebruiken in lessen en leerlingen krijgen de kans om diepgravende journalistiek te lezen zonder obstakels. Zulke projecten laten zien dat het mogelijk is om commerciële belangen te combineren met maatschappelijke verantwoordelijkheid. Want nieuws is niet alleen een product, het is ook een publieke dienst.

In Nederland groeit dat besef langzaam. Platforms zoals Spil richten zich expliciet op jongeren en proberen nieuws te brengen in hun taal, zonder de inhoud te versimpelen. Het doel is niet om jongeren aan het lezen te krijgen uit nostalgie, maar om ze weer in contact te brengen met context. Dat kan online, op school, of via apps die de rol van de oude krant overnemen.

Wat ontbreekt, is een overheidsvisie. Nieuwsvoorziening is onderdeel van een gezonde democratie. Toch wordt er nauwelijks beleid gemaakt om jongeren structureel toegang te geven tot betrouwbare informatie. Bibliotheken en scholen zouden een nationale licentie kunnen krijgen waarmee jongeren gratis kunnen lezen bij grote nieuwsmerken. Dat kan eenvoudig met bestaande systemen. De overheid betaalt mee, uitgevers behouden hun inkomsten, en jongeren hoeven niet meer te kiezen tussen oppervlakkige content en dure abonnementen.

Er zijn landen waar dit al deels gebeurt. In Scandinavië werken scholen en nieuwsredacties samen aan projecten waarin leerlingen niet alleen lezen, maar ook leren schrijven, onderzoeken en redigeren. In sommige regio’s van Schotland verspreidt The Big Issue zelfs een speciale jongereneditie die gratis naar middelbare scholen gaat. Zulke modellen bewijzen dat gratis toegang tot nieuws niet gelijk hoeft te staan aan gratis produceren. Het kan ook worden gefinancierd via onderwijsbudgetten, fondsen of samenwerkingen met lokale bedrijven, zolang de redactionele onafhankelijkheid wordt gewaarborgd.

De kern van het probleem is niet dat jongeren ongeïnteresseerd zijn in de wereld, maar dat de wereld hen niet meer vanzelfsprekend bereikt. Waar vroeger de krant letterlijk in hun handen viel, moeten ze nu door een digitale muur heen. En achter die muur is het stil, tenzij je betaalt. Ondertussen groeit het aanbod van informatie dat wél vrij toegankelijk is, maar vaak onbetrouwbaar of gekleurd. Zo ontstaat een scheve informatie-economie waarin het slechte nieuws gratis is en het goede geld kost.

De overheid heeft de taak om die scheefgroei te herstellen. Niet door jongeren te dwingen tot krantlezen, maar door de toegang tot kwaliteitsjournalistiek laagdrempelig te maken. Door te investeren in nieuwsgeletterdheid op scholen, door samen te werken met uitgevers, en door jongeren de kans te geven hun eigen mening te vormen op basis van feiten in plaats van algoritmes.

Een nieuwe generatie verdient weer nieuws met context. Geen eindeloze stroom van clips, maar verhalen die iets uitleggen, iets verbinden, iets laten voelen. Het maakt niet uit of dat via een scherm is of op papier, zolang het maar toegankelijk blijft.

De rekken bij de stations zullen misschien nooit meer terugkomen, maar de gedachte erachter moet dat wel. Nieuws hoort niet achter slot en grendel. Het hoort in de handen van iedereen die wil begrijpen wat er speelt. En dat begint bij jongeren. Want wie hen toegang geeft tot informatie, geeft hen ook toegang tot de wereld. Dat is geen nostalgie, dat is vooruitgang.

,