De economie van vandaag kent een nieuw soort overleven. Niet langer is een faillissement het einde van een onderneming, steeds vaker is het een strategische adempauze. Bedrijven vallen om, worden opgesplitst, hergefinancierd en keren terug onder bijna dezelfde naam, maar met een nieuwe juridische jas. Dit fenomeen, de herstart economie, tekent het tijdperk na corona waarin schulden, margedruk en veranderende consumentengedrag samenkomen. Achter elk faillissement schuilt tegenwoordig een herstart, en soms is die herstart precies wat het oude systeem niet meer kon bieden.
Bax Music is een goed voorbeeld van die ontwikkeling. Het bedrijf groeide in vijftien jaar tijd uit van een Zeeuwse webshop in dj-apparatuur tot een van de grootste muziekretailers van Europa. Het was een merk dat synoniem stond voor snelheid, voorraad en expertise. Muzikanten, producers en technici kenden Bax als de winkel waar je alles kon vinden. Maar groei heeft een prijs. De voorraden werden immens, de logistiek complex, en de online concurrentie snoeihard. Toen de vraag na corona verschoof, bleef Bax met een kostbare structuur achter in een markt die razendsnel veranderde.
In 2024 volgde het onvermijdelijke faillissement. Toch stond er geen leeg pand en geen gesloten website. Binnen dagen werd duidelijk dat curatoren werkten aan een doorstart. Investeerders zagen waarde in de merknaam, de klantenkring en het distributienetwerk. Wat verdween was de oude rechtspersoon, niet het merk of de mensen. Het is de kern van de herstart economie. Bedrijven gaan ten onder aan hun structuur, niet aan hun idee.
Deze nieuwe faillissementsdynamiek past bij een economie waarin kapitaal wendbaar is. Faillissementen zijn geen eindpunt meer maar een moment van herverdeling. Schulden worden afgeschreven, activa overgenomen en processen opgeschoond. Voor werknemers en leveranciers is dat hard, want hun zekerheid verdwijnt, maar voor de markt betekent het dat ondernemingen lichter en flexibeler terugkeren.
In de muziekbranche illustreert Bax Music wat er gebeurt als digitale schaal en fysieke voorraden botsen. Webshops die jaren bouwden op snelle levering en lage marges kwamen in een omgeving terecht waarin producenten rechtstreeks aan consumenten verkopen en marges verdampen. Faillissement en doorstart zijn dan geen ramp maar een reset. De investeerders die na het faillissement instappen, kopen tijd, voorraad en reputatie voor een fractie van de waarde. Voor klanten verandert er weinig. De site blijft bestaan, de naam blijft herkenbaar en de winkelvloer blijft gevuld.
Deze praktijk roept morele vragen op. Is het eerlijk dat schulden worden weggepoetst terwijl hetzelfde merk vrolijk doorgaat. Voor banken en fiscus is het frustrerend, voor werknemers soms oneerlijk. Toch past het binnen de juridische realiteit van een open markt. De curator is verplicht waarde te behouden en dat lukt alleen als er een koper is. En kopers kopen liever een merk dat al in de markt staat dan een onbekende start-up. Zo wordt faillissement paradoxaal genoeg een middel tot continuïteit.
De herstart economie is niet beperkt tot retail of muziek. Van horeca tot bouw en transport zien we dezelfde logica. Een te grote voorraad, een plots hogere rente of een energierekening die niet meer te dragen is, drukt bedrijven over de rand. Vervolgens komen investeerders die met nieuw kapitaal, minder schulden en een andere structuur de activiteiten voortzetten. In zekere zin is het kapitalisme in zijn puurste vorm. Wat niet rendabel is, sterft, en wat waarde heeft, herrijst.
Maar achter die efficiëntie schuilt een groter probleem. De samenleving verliest bij elke doorstart een stukje vertrouwen. Leveranciers leren dat contracten relatief zijn. Werknemers ervaren dat loyaliteit niet wordt beloond. Klanten merken dat hun geliefde merk wel blijft bestaan, maar zonder de mensen die het gezicht vormden. De herstart economie draait om winstoptimalisatie, niet om wederkerigheid.
Toch moeten we erkennen dat het ook een symptoom is van een overbelaste economie. Bedrijven opereren in een omgeving van hoge kosten, lage marges en snel veranderende vraag. De wetgeving biedt ruimte om opnieuw te beginnen, en dat is op zichzelf gezond. De uitdaging ligt in balans. Een faillissement mag geen verdienmodel worden, maar ook geen doodvonnis voor innovatie.
Bax Music zal in de komende jaren een testcase blijven voor hoe Nederland omgaat met dit fenomeen. Het laat zien dat merkwaarde, data en distributie belangrijker zijn geworden dan stenen en inventaris. Het bewijst dat failliet gaan niet hetzelfde is als verdwijnen. En het herinnert ons eraan dat een gezonde economie niet alleen draait om groei, maar ook om de manier waarop we falen en opnieuw beginnen.
