Faillissementen lijken op het eerste gezicht het gevolg van slecht management, mislukte strategieën of economische tegenslag. Maar achter veel bedrijfsfaillissementen in Europa schuilt tegenwoordig een geopolitiek verhaal. De markt is niet langer een neutrale arena waarin de sterkste overleeft. Handel, technologie en energie zijn wapens geworden in een strijd om invloed, macht en toegang tot grondstoffen. En precies daar botsen Europese ondernemingen steeds vaker met de realiteit van een wereld waarin markten niet vrij zijn maar gestuurd worden.
De eerste signalen daarvan werden al zichtbaar tijdens de pandemie. Toen de toeleveringsketens uit China stilvielen, merkten Europese bedrijven hoe kwetsbaar hun afhankelijkheid was. Fabrieken konden geen onderdelen meer krijgen en productie stokte. Waar de crisis eerst leek op een tijdelijk logistiek probleem, groeide ze uit tot een geopolitiek inzicht. Wie zijn productie heeft uitbesteed aan landen met andere belangen, is niet zelfstandig meer. Toen Rusland later de gaskraan dichtdraaide, werd duidelijk dat ook energie een strategische keten is.
Deze afhankelijkheden kwamen samen in een golf van faillissementen die op papier economisch klonken, maar in de kern geopolitiek waren. Bedrijven in de chemie en zware industrie gingen ten onder door hoge energieprijzen. Transportbedrijven konden de concurrentie met goedkopere Aziatische spelers niet meer aan. En producenten van consumentenelektronica zagen hun marktaandeel verdwijnen naar Chinese merken die met staatssteun konden onderbieden. Het faillissement van een Europese fabriek is in die context niet slechts een economische gebeurtenis maar een symptoom van machtsverschuiving.
De globalisering die ooit werd gepresenteerd als een neutraal proces van open markten is intussen een geopolitieke arena geworden waarin grootmachten hun economische macht projecteren. China subsidieert strategische sectoren en gebruikt overnames om toegang te krijgen tot markten en kennis. De Verenigde Staten beschermen hun techbedrijven met wetgeving en belonen investeringen via hun Inflation Reduction Act. Europa bevindt zich ertussenin en heeft minder middelen om eigen industrie te beschermen.
Wanneer een Europees maakbedrijf failliet gaat, komt vaak een buitenlandse koper in beeld. Curatoren en banken zijn blij dat er een reddingsboei is, maar met elke overname verschuift kennis, productie en besluitvorming naar buiten Europa. Zo verdwijnen niet alleen banen maar ook strategische autonomie. Het failliet van een fabriek kan een geopolitieke domino zijn.
De gevolgen zien we terug in sectoren als staal, halfgeleiders en groene technologie. Bedrijven die decennia lang toonaangevend waren, verliezen hun positie omdat investeringskapitaal elders goedkoper is en energie elders overvloediger. De energieprijzen in Europa liggen structureel hoger dan in de VS en Azië, waardoor productie naar buiten verschuift. Tegelijk maakt regelgeving het moeilijker om snel te innoveren.
Daarbovenop komt een juridisch landschap waarin faillissementen kansen scheppen voor buitenlandse overnames. Waar in de Verenigde Staten een Chapter 11 procedure herstructurering mogelijk maakt onder toezicht van een nationale rechter, leidt een faillissement in Europa vaak tot liquidatie. Daarmee wordt een bedrijf niet beschermd, maar uitverkoopklaar gemaakt. Dat is niet alleen economisch ongunstig, het is geopolitiek naïef.
De geopolitiek van failliet gaan draait dus om meer dan schulden en omzetdaling. Ze gaat over soevereiniteit en strategische onafhankelijkheid. Elk bedrijf dat verdwijnt, is een stukje productiekracht minder. Elk merk dat wordt overgenomen, is een stem minder in de mondiale concurrentie. De oplossing ligt niet in protectionisme, maar in volwassen industriepolitiek. Europa moet leren denken in termen van ketens, grondstoffen en technologie, niet alleen in termen van concurrentie.
De nieuwe realiteit is dat economische slagvelden niet meer worden uitgevochten met wapens maar met patenten, fabrieken en energiecontracten. Faillissementen zijn de stille slachtoffers van die strijd. Achter elk gesloten hek en elke lege fabriek schuilt een groter verhaal over macht, invloed en afhankelijkheid. En zolang Europa dat verhaal niet centraal zet in zijn economische beleid, zal het blijven toekijken hoe geopolitiek zijn bedrijven failliet laat gaan.
