Migratie is in Nederland uitgegroeid tot een debat dat bijna volledig wordt gestuurd door gevoel in plaats van door feiten. Wie de talkshows volgt of de commentaren onder nieuwsberichten leest krijgt de indruk dat het land overspoeld wordt, dat de cultuur op omvallen staat en dat nieuwkomers overal zichtbaar aanwezig zijn. Toch laat een blik op de cijfers iets heel anders zien. Dat verschil tussen wat mensen voelen en wat er werkelijk gebeurt, vormt de kern van het hedendaagse migratiedebat. Het is een spanning die al meer dan twintig jaar wordt aangejaagd door politiek, media en buitenlandse propaganda en die steeds verder van de werkelijkheid afdrijft.
Asielzoekers zijn daar een goed voorbeeld van. In Nederland vormen ze slechts een zeer klein deel van de totale bevolking. De meeste mensen die in Nederland wonen zullen in hun dagelijks leven nauwelijks bewust in contact komen met iemand die in een asielprocedure zit. Toch worden asielzoekers door velen gezien als het middelpunt van alle problemen. De angst dat Nederland wordt overspoeld staat haaks op het feit dat Nederland vergeleken met andere Europese landen juist relatief weinig asielzoekers opvangt. Dat maakt het extra opvallend dat juist deze groep zo vaak het middelpunt is van politieke verontwaardiging. De hoeveelheid aandacht die er voor deze kleine groep bestaat staat in geen verhouding tot hun werkelijke omvang in de samenleving.
Hetzelfde geldt voor migranten met een niet westerse achtergrond. Veel mensen denken dat deze groep enorm groot is, maar wie naar de cijfers kijkt ziet dat dit in 2023 ging om ongeveer 14,8 procent van de totale bevolking. Dat is zichtbaar in de grote steden, maar het is geen meerderheid en ook geen bedreiging voor het voortbestaan van de Nederlandse samenleving. Het opvallende is dat men bij migratie altijd de nadruk legt op zichtbare groepen. Mensen die er anders uitzien blijven langer hangen in het geheugen. Dit is een bekend psychologisch mechanisme, je ziet vooral wat opvalt en je koppelt dit vervolgens aan je gevoel van hoe de samenleving verandert. Ondertussen blijven de tienduizenden Duitsers, Belgen, Polen, Amerikanen en Indiërs die hier wonen vaak onzichtbaar in het debat. Zij tellen wel mee in de statistieken maar niet in de emoties.
De geschiedenis van Nederland laat zien dat migratie helemaal geen nieuw verschijnsel is. Nederland is van oudsher een land dat is gevormd door bewegingen van mensen. Kelten, Germanen, Romeinen, Noormannen, Hugenoten, Sefardische joden, Indische repatrianten en talloze andere groepen hebben hier hun plek gevonden. In de Gouden Eeuw reisden Nederlanders zelf massaal de wereld over, niet als keurige bezoekers maar als koloniale handelaren en bezetters die zich overal vestigden, vaak zonder te vragen of de lokale bevolking daar wel van gediend was. De ironie dat een land dat eeuwenlang zelf migratie exporteerde nu worstelt met de aanwezigheid van nieuwkomers blijft groot.
In de huidige tijd zijn mobiliteit en economie sterker met elkaar verweven dan ooit. Je kunt niet verwachten dat mensen in een moderne wereld op hun geboortegrond blijven. Werk, veiligheid, klimaat en kansen trekken mensen naar plekken waar het beter is. In plaats van te doen alsof je mobiliteit kunt stoppen, zou je je moeten afvragen hoe je het goed organiseert. Dat betekent fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, goede huisvesting en een eerlijk integratiebeleid. In het verleden is dat bij veel groepen misgegaan. Gastarbeiders in de jaren zestig kregen weinig begeleiding en beperkte kansen om door te stromen. Hun kinderen groeiden op in wijken waar achterstanden en uitsluiting elkaar versterkten. De problemen die daaruit voortkwamen waren niet het gevolg van cultuur maar van gebrek aan beleid.
In het heden dreigen dezelfde fouten te worden gemaakt. Grote aantallen arbeidsmigranten uit Europa en Azië komen hierheen omdat bedrijven en koppelbazen goedkope arbeid willen. Zij regelen nauwelijks huisvesting en laten de maatschappelijke lasten bij gemeenten en burgers terechtkomen. Deze migranten worden vaak gezien als tijdelijke krachten maar blijven soms veel langer dan gedacht. Als er niet zorgvuldig in integratie en taal wordt geïnvesteerd, ontstaat er opnieuw een generatie die zich niet gehoord voelt en daardoor vatbaar is voor criminaliteit en frustratie. Zonder beleid herhalen we keer op keer dezelfde cyclus. Dat is geen natuurwet maar een politieke keuze.
De reden dat het eigen volk eerst denken zo sterk is geworden, heeft veel te maken met gevoelens van verlies en onzekerheid. Veel mensen hebben het idee dat hun manier van leven onder druk staat. Dat de wereld te snel verandert en dat ze steeds minder grip hebben. Die gevoelens zijn echt maar worden vaak gekoppeld aan verkeerde oorzaken. Politieke partijen die zich profileren met eenvoudige slogans richten hun pijlen op migranten omdat dat een duidelijk doelwit is. Het probleem wordt niet opgelost, maar geherdefinieerd zodat het aansluit bij de angsten van het electoraat. De winst van dit soort partijen hangt af van het in stand houden van onvrede en niet van het oplossen van de oorzaak.
Daar komt bij dat online platforms en sociale media sterk bijdragen aan het vervormen van het beeld. Incidenten worden uitvergroot, oude filmpjes worden opnieuw gepresenteerd alsof ze van vandaag zijn en trollcampagnes van buitenlandse mogendheden zaaien bewust verdeeldheid. Rusland heeft in meerdere rapporten aangegeven dat het migratie gebruikt als instrument om Europese landen tegen elkaar op te zetten. Hoe meer wantrouwen en chaos, hoe zwakker Europa staat. Angst voor migratie is voor dit soort actoren een ideaal hulpmiddel om samenlevingen te ontregelen. Veel mensen die denken zelfstandig tot conclusies te komen, blijken uiteindelijk te reageren op zorgvuldig gestuurde propaganda.
Het merkwaardige is dat veel angstgevoelens over migratie niet gebaseerd zijn op eigen ervaringen, maar op verhalen van anderen. Mensen die zeggen dat ze hun land niet meer herkennen, blijken vaak nauwelijks contact te hebben met mensen van buiten Nederland. Onderzoek laat zien dat direct contact met migranten juist helpt om angst en vooroordelen te verminderen. Wie wel contact heeft, ervaart vaak een veel normaler beeld dan mensen die uitsluitend lezen over incidenten. Het echte gevaar van migratie zit niet in de mensen die komen, maar in de manier waarop de samenleving omgaat met verandering.
De obsessie met het behoud van een zuiver Nederlands Nederland is dus vooral een projectiescherm voor andere emoties. Economische stress, politieke teleurstelling en het gevoel dat de eigen positie onzeker wordt. Migratie wordt de kapstok waaraan al die gevoelens worden opgehangen. Het gevolg is dat het werkelijke debat over integratie, huisvesting en arbeidsmarkt wordt verdrongen door verhalen die vooral op emotie drijven.
Als je de cijfers en de geschiedenis naast elkaar legt, wordt duidelijk dat Nederland altijd een land in beweging is geweest. De angst voor migratie is dus niet gebaseerd op feiten, maar op een verlangen naar een verleden dat nooit zo homogeen is geweest als mensen denken. De uitdaging ligt niet in het stoppen van migratie, maar in het eerlijk en verstandig organiseren ervan. Wie daarin slaagt, bouwt een samenleving die niet wordt gestuurd door angst maar door realisme. Dat is uiteindelijk de enige manier om bestand te blijven tegen propaganda, politieke polarisatie en de verleidingen van simplistische oplossingen.
